Meneer de Vries, 78 jaar, heeft in een val zijn heup gebroken. In het ziekenhuis hoort hij dat hij geopereerd moet worden. Hij heeft beginnende dementie en weet niet goed waar hij is of wat er gaat gebeuren. Hij wordt voorbereid voor de operatie. De verpleegkundige vraagt aan hem of hij het fijn vindt als zijn zoon met hem meegaat naar het operatiecentrum. Vader en zoon vinden dit een goed idee. Op het operatiecentrum leeft dit onderwerp. Want waarom mogen ouders wel met hun kinderen mee en kinderen niet met hun ouders? Liesbeth Ruijs, operatieassistente: “We zien vaak de angst en de onmacht in de ogen van deze patiënten. De operatiekamer is geen ruimte die mensen kennen.” Op het operatiecentrum merken ze dat patiënten rustiger worden op de uitslaapkamer wanneer een familielid of mantelzorger aan hun bed zit. In augustus is daarom een proef gestart waarbij patiënten met een heupfractuur, een familielid of mantelzorger mogen meenemen naar de operatiekamer. Doel is dat deze kwetsbare patiëntengroep zich veilig voelt en daardoor de operatie rustiger ondergaat.